Ga je binnenkort op vliegvakantie naar El Salvador? Dan zijn er beslist een aantal hotspots die je niet links mag laten liggen. In deze blog vind je een overzicht met alle plekken en spots die je zeker moet komen bekijken wanneer je in het land bent!
Tazumal
Dit is de grootste archeologische Maya site in El Salvador. Tazumal betekent:’Plaats waar de slachtoffers werden verbrand’. Tazumal bevindt zich in het hart van de archeologische zone van Chalchuapa, in het departement Santa Ana, 15 km van de hoofdstad. De archeologische zone, die zo’n 10km² groot is, herbergt nog enkele andere historische sites: ‘Pampe’, ‘Casa Blanca’, ‘the Trapiche’ en ‘the Victories’.
De Tazumal ruïnes zelf bestaan uit de overblijfselen van een belangrijke en ontwikkelde Maya stad die bewoond werd van 100 tot 1200 na christus. Zo zijn er onder ander paleizen, piramides, grafkelders en irrigatiewerken te bezichtigen, naast de vele voorwerpen die er gevonden werden.
De bloeiperiode was vanaf 900 n.C. en het is ook toen dat de piramide en de meeste andere grote bouwwerken zijn opgericht. Qua grootte moet Tazumal zeker onderdoen voor andere Maya sites in Mexico en Guatemala, maar over de kwaliteit van de ruînes valt niet te discussiëren.
Joya de Ceren:
‘Juweel van Ceren’ in het Spaans en deze naam is zeker niet overdreven. Dit is een Maya dorpje dat bedolven werd onder het as van een vulkaanuitbarsting en volledig intact is gebleven. Hierdoor wordt het vaak aangeduid als het Pompeï van de Amerika’s.
Het is één van de belangrijkste archeologische sites in Midden-Amerika aangezien hier het leven van de gewone mens tijdens de Maya perfect is bewaard gebleven. Het dorp werd reeds bewoond vanaf 900 v.C. maar werd verlaten in 250 n.C. wegens de uitbarsting van de vulkaan onder Lake Ilopango. Vanaf 400 n.C. werd het echter opnieuw bewoond.
Rond 600 n.C. barstte de nabijgelegen vulkaan Loma Caldera uit en bedolf het dorp onder verschillende lagen as, waardoor het beschermd werd tegen de natuurelementen. Blijkbaar konden de bewoners op tijd ontkomen, aangezien er geen lichamen werden ontdekt, maar wel een enorme schat aan gebruiksvoorwerpen. Deze archeologische site werd in 1976 ondekt en in 1993 uitgeroepen tot UNESCO werelderfgoed.
San Andres
San Andres is een pre-colombiaanse landbouwersnederzetting in de vallei van de Zapotitan die reeds vanaf 900 v.C. bewoond werd. Ook deze nederzetting werd in 250 n.C. geëvacueerd na de uitbarsting van Lago Ilopango en opnieuw bewoond vanaf de vijfde eeuw. Tussen 600 en 900 n.C. was San Andres de hoofdstad van de Zapotitan vallei.
De opgravingen hebben aangetoond dat San Andres in hoofdzaak een politiek en ceremonieel centrum was en de stad was ook volgens dit principe opgebouwd met een Zuidelijke (politiek) en een Noordelijke hoofdzetel. Nu nog zijn er op de archeologische site overblijfselen te vinden van paleizen, piramides en een groot aantal andere gebouwen.
Na de Spaanse verovering van het land bevonden de overblijfselen zich in een koloniale indigo plantage. Zowel de overblijfselen van de stad als de plantage werden in 1658 bedolven onder het as van de uitbarsting van de vulkaan Playon. In 1996 opende de Salvadoriaanse regering het archeologische park San Andres waar je zowel de piramides, een museum met opgegraven gebruiksvoorwerpen van de maya’s als de gereconstrueerde indigoplantage kan bezoeken.
San Salvador:
San Salvador is de hoofdstad van El Salvador. Er wonen meer dan 2 miljoen mensen, 1/3 van de totale bevolking van het land, en is daarmee de op één na grootste stad van Midden-Amerika. In het begin van de 20ste eeuw was San Salvador een toeristische trekpleister: met zijn 30.000 inwoners en mooi bewaard gebleven architectuur was het een open en aantrekkelijk koloniaal stadje. Door de verschillende aardbevingen en de massale bevolkingsgroei is echter een belangrijk deel van deze aantrekkingskracht verloren gegaan, maar een bezoek is nog steeds meer dan de moeite waard.
Kathedraal van San Salvador:
De ‘Catedral Metropolitana de San Salvador’ is de belangrijkste kerk in het aartsbisdom San Salvador. De kerk werd tweemaal bezocht door Paus Johannes Paulus II die opmerkte dat de kathedraal onlosmakelijk verbonden is met de hoop van het Salvadoriaanse volk. Het was immers hier dat Aartsbisschop Oscar Romero werd vermoord in 1980. Zijn grafmonument is nu een grote trekpleister voor pelgrims geworden.
Nationaal theater:
Het ‘Teatro Nacional de El Salvador’ is het oudste theater van Centraal-Amerika. De constructie begon eind 1911 en het werd ingehuldigd in 1917. Het werd opgetrokken in Franse Renaissance stijl met enkele moderne toetsen.
De decoraties komen van de Italiaanse architect Lucio Capellaro en de grote hal van het theater is één van de mooiste in Latijns-Amerika.
Nationaal Paleis:
Het ‘Casa Presidencial’ is de officiële residentie van de president van El Salvador. De bouw begon reeds in 1811, het jaar waarin de onafhankelijkheidsstrijd begon.
Santa Ana:
Santa Ana is de tweede grootste stad in El Salvador, 64 kilometer ten westen van de hoofdstad San Salvador. Santa Ana heeft ongeveer 275.000 inwoners. In de stad zijn verschillende mooie architecturale pareltjes te bewonderen:
Kathedraal van Santa Ana:
De ‘Catedral de la Señora Santa Ana’ is een (neo)gothische kathedraal die zich bevindt in Santa Ana. De bouw begon in 1906 en de kathedraal werd ingewijd op 11 februari 1913, hoewel er in de decennia nadien nog werd voortgebouwd tot het in 1959 uiteindelijk volledig af was. De kathedraal was ontworpen om te lijken op een gothisch bouwwerk, in tegenstelling tot de andere kathedralen in El Salvador (en de rest van Latijns-Amerika) die allen in Spaanse koloniale stijl zijn opgetrokken.
In de noordelijke toren bevinden zich drie klokken die manueel moeten worden geluid, terwijl zich in de zuidelijke toren ook drie klokken bevinden, in 1949 uit Nederland ingevoerd, die elektronisch bediend kunnen worden.
Theater van Santa Ana:
Het theater, aan de andere zijde van het plein dan de kathedraal, is een zeldzaam stukje kunst in El Salvador. Het lijkt er niet echt op zijn plaats met zijn klassieke uitstraling en men is eindelijk begonnen met de broodnodige restauratie. Er wordt een bijdrage gevraagd om het theater te bezoeken, maar het zou zonde zijn om dit niet te doen als je toch in Santa Ana bent.
Stadhuis van Santa Ana:
Het stadhuis is een schoolvoorbeeld van Spaanse koloniale architectuur. Tip: ook in San Martin en San Miguel vind je prachtige gebouwen.
Suchitoto
Suchitoto is de plaats waar het originele San Salvador werd gesticht. Nadat De hoofdstad werd verplaatst naar een andere vallei bleef het originele stadje echter nog wel voortbestaan, en hoe! Suchitoto is door heel El Salvador bekend om zijn kerk en vooral de met kasseien ingelegde straten. Dit geeft het geheel een pittoreske sfeer.
Vanuit Suchitoto heb je een prachtig uitzicht over het kunstmatige Suchitlan meer, dat ontstaan is door de bouw van de Cerron Grande dam in de Lempa rivier.
Suchitoto is een zeer populaire dagtrip voor de Salvadorianen tijdens het weekend. Er is een groot aanbod van culturele activiteiten zoals kunstgalerijen, culturele centra en handgemaakte souvenirs.
Los Chorros:
Los Chorros is een groep van grote verfrissende natuurlijk waterpoelen die in elkaar overlopen en gevoed worden door zuiver bronwater van de overhangende vulkanische kliffen. Dit is een favoriete dagtrip voor zowel Salvadorianen als toeristen, dus je kan het best tijdens weekdagen bezoeken om maximale rust te garanderen.
Cerro Verde en Lake Coatepeque:
Deze twee prachtige bezienswaardigheden liggen vlakbij elkaar en zouden op niemands lijstje van te bezichtigen attracties mogen ontbreken. Cerro Verde National Park is een weelderig stukje natuur op een heuveltop die uitsteekt boven Lake Coatepeque, waarop je dan ook prachtige vergezichten hebt. Trouwens, niet alleen op het meer, maar ook op de vulkaan Izalco met zijn krater waaruit nog steeds rook opstijgt. Tot op heden heb je geen vergunning nodig om dit nationale park te betreden.
Op het meer zelf kan je dan weer idyllische boottripjes maken naar het kleine eilandje ‘Teopan’ in het midden van het meer. Dit eilandje is een vakantieoord en weekendverblijf voor de meest welstellende Salvadorianen, maar is tegelijk ook grotendeels beschermd als nationaal park met verschillende mooie wandelpaden. Het meer zelf is een oude vulkaankrater die volgelopen is met water. Langs de oever zijn verschillende kleine hotelletjes waar je kan overnachten.
Montecristo nevelwoud:
De 2418 meter hoge piek van de Montecristo ligt op het drielandenpunt van El Salvador, Guatemala en Honduras en is één van Midden-Amerika’s grootste en mooiste nevelwouden. Het woud wordt gezamelijk beschermd door de drie buurlanden en bezit een verbazingwekkende diversiteit aan micro-klimaten en fauna en flora.
Het woud kan enkel bezocht worden tussen oktober en maart. op deze manier krijgt het dierenleven de kans om zich op een rustige manier voort te planten, zonder te worden gestoord door bezoekers. Het is echter vooral doordat het park enorm afgelegen is dat het voortbestaan van de vele planten- en diersoorten in het park nog niet in gevaar is gekomen.
Vulkanen, meren en rivieren
In El Salvador bevinden zich zo’n 25 vulkanen, waarvan verschillende nog actief zijn. De meeste van deze vulkaantoppen, met prachtige kraters, al dan niet door regenwater opgevuld tot een kristalhelder bergmeer, zijn de moeite van een beklimming meer dan waard. Aangezien El Salvador nogal bergachtig is en er veel neerslag valt, is het niet verwonderlijk dat er een groot aantal bergmeren terug te vinden zijn. Sommigen zijn kunstmatig, ontstaan door de aanleg van stuwdammen voor hydro-elektriciteit, maar dat maakt ze er niet minder mooi op. De meeste van deze meren zijn favoriete weekend-uitstappen voor de lokale bevolking. Dit heeft als voordeel dat er al toeristische faciliteiten zijn, maar dat het in de weekends ook wel eens druk kan wezen.
De mooiste natuur is meestal terug te vinden langs de vele rivieren die het land rijk is. Hier kom je af en toe onverwacht oog in oog te staan met een opborrelende bron, waterval of gewoon ondoordringbaar regenwoud.
Stranden:
El Salvador heeft een kustlijn van verschillende honderden kilometers langs de Stille Oceaan, en het overgrote deel hiervan wordt ingenomen door prachtige zandstranden. Deze stranden zijn zonder uitzondering afgezoomd met palmbomen en af en toe ook door steile rotskliffen, waardoor vele stranden een intiem en ongerept karakter krijgen.
Het bekendste strand noemt Costa del Sol, niet te verwarren met de gelijknamige kuststreek in Spanje, waar al enorm veel toeristische accommodatie is gebouwd. De meeste stranden zijn echter nog volledig ongerept en verlaten en bieden je de kans om tot rust te komen ver van alle drukte! El Salvador is wereldberoemd in de surferscommunity wegens zijn ideale surfgolven die het hele jaar door te berijden zijn. Deze golven zijn zowel aan de oost- als westkust terug te vinden.